Exodus 33: 17 – 23
WILT U GOD ZIEN ?

 

Hoe kunnen we God zien?
Hoe kunnen we God in onze wereld herkennen?
Hoe graag zouden we niet God gewoon willen zien!
Dat God openbaar wordt
daar gaat het op deze zondagen na Epifanie over.


Psalm 66 : 1

Breek, aarde, uit in jubelzangen,
Gods glorierijke naam ter eer.
Laat van alom Hem lof ontvangen.
Geducht zijn uwe daden, Heer.
Uw tegenstanders, diep gebogen,
aanvaarden veinzend uw beleid.
Heel de aarde moet uw naam verhogen,
psalmzingen uwe majesteit.


LEZING

Mozes wil God zien daar gaat het in het volgende Bijbelgedeelte over ik lees uit het Oude Testament: Exodus 33: 17 – 23

De HEER zei tegen Mozes:
‘Ik verzeker je
dat Ik zal doen wat je vraagt,
want Ik ben je goedgezind
en Ik heb je uitgekozen.’

‘Laat mij toch uw majesteit zien,’
zei Mozes.

Hij antwoordde:
‘Ik zal in mijn volle luister voor je langs gaan
en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen:
Ik schenk genade aan wie Ik genade wil schenken,
en Ik ben barmhartig voor wie Ik barmhartig wil zijn.

Maar,’ zei Hij,
‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien,
want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.’
Toen sprak de HEER:
‘Er is een plaats op de rots
waar je dicht bij Mij kunt komen staan.
Als dan mijn majesteit voor je langs gaat,
zal Ik je in een kloof laten schuilen
en mijn hand beschermend voor je houden
tot Ik voorbij ben.
Als Ik mijn hand weghaal,
zul je Mij van achteren zien;
mijn gezicht mag niemand zien.’


Lied: 825 :1

De wereld is van Hem vervuld,
die ’t kennen gaat te boven,
wiens heerlijkheid ons is verhuld,
in vonken licht verstoven.
Geen mensenoog heeft Hem gezien
wien elk zijn tempel bouwt, in wien
onwetend wij geloven.


OVERDENKING

Zouden we niet God graag willen kunnen zien?
Zou het geloven dan niet veel gemakkelijker zijn?

Met catechisanten sprak ik over de vraag ‘Hoe weet je of God bestaat?’. Wat spreekt vóór het bestaan van God en wat er tegen? Eén van de opmerkingen tégen het bestaan van God was:
‘God bestaat niet omdat je God niet kunt zien’.
Die onzichtbaarheid van God maakt het dus wat lastiger om in Gods bestaan te geloven.

Moeten we God kunnen zien om te geloven?
Dat heeft iets weg van de vraag: ‘Schat, zeg nou, hou je van mij?’ Dat is geen vraag maar een dwingende manier van zoeken naar bevestiging.
Zelfs Mozes die het volk uit Egypte naar het beloofde land leidt komt onderweg op een punt dat hij God vraagt, ja smeekt: ‘Laat mij toch uw majesteit zien’.

Het volk luistert niet meer naar Mozes. Zij zijn met het maken van een gouden kalf, met het maken van een eigen godsbeeld afgedwaald van een weg met God. Mozes is vertwijfelt en vraagt zich daarom af of God hem nog goedgezind is.
Gods antwoord is: ‘Ik verzeker je dat ik zal doen wat je vraagt, want ik ben je goedgezind en heb je uitgekozen.

Het is een beetje als bij een sprookje Mozes krijgt één wens. Een wat wenst Mozes dan? Hij vraagt om God te mogen zien. Dit is de ultieme vraag om bevestiging.
Deze wens van Mozes is echter een zeer gevaarlijke, ja dodelijke wens omdat geen mens Gods aangezicht kan zien én in leven blijven.
Let u maar op – ik vind dit een bijzonder verhaal – hoe God dit doet: God hóudt zijn woord en beschermd Mozes tegelijkertijd tegen de gevolgen van zijn wens.

God legt uit hoe hij dat gaat doen. ‘Ik ga voorbij trekken in mijn volle luister en ik zal mijn naam uitroepen, die is: ‘Ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken en ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn.’
Dit is geen naam zoals Anna, Jan of Piet, nee, deze naam is de naam waarmee God zich kenbaar, herkenbaar maakt: ‘Ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken en ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn.’ Dat is zijn naam.
Even een opmerking tussendoor: daarom spreekt deze tekst lutheranen ook zo aan: hier horen we duidelijk de genadige God zelf aan het woord.

En nu de oplossing die God voorstelt:
‘Er is een plaats op de rots waar je dicht bij mij kunt komen staan. Als dan mijn majesteit voor je langs gaat, zal ik je in een kloof laten schuilen en mijn hand beschermend voor je houden tot ik voorbij ben. Als ik mijn hand weghaal, zul je mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien’.
God is zo machtig en krachtig, van zo een andere orde dat de mens bescherming – als bij een orkaan – nodig heeft.

Mozes moet dus schuilen in een kloof, zodat hij maar een klein stukje kan zien. En God trekt vervolgens in zijn majesteit aan hem voorbij. En op het moment dat het voor Mozes gevaarlijk wordt gaat God zijn hand beschermend voor hem houden.
Zo is God. Ondanks zijn grote huiveringwekkende grootheid is God tegelijk een liefdevolle en beschermende God.

Moze’s ‘zien’ is eigenlijk gelijk ook een ‘niet zien’.
Mozes ziet God, maar hij ziet God van achteren.

Dat Mozes God van achteren ziet is zo gek nog niet. Het gaat immers erom dat hij en het volk God, die voorop gaat, volgt op de weg die God wijst.
Wilt U nu God zien? Dan kan dat en daarvoor hoeven we gelukkig niet ons eigen leven op het spel te zetten. God zelf is immers mens geworden. Gods aangezicht is zichtbaar in Jezus Christus, op een menselijke, niet levensbedreigende manier.

Wat we uit Mozes ontmoeting met God kunnen leren is dat we God niet moeten gaan zoeken in een confrontatie van aangezicht tot aangezicht, maar dat God juist vóór ons uitgaat om ons de weg te wijzen. God wil ons meenemen naar een leven in verbondenheid met hem.

Amen


Lied: 275 : 1 en 3

Heer onze Heer, hoe zijt Gij aanwezig
en hoe onzegbaar ons nabij.
Gij zijt gestadig met ons bezig
onder uw vleugels rusten wij.

Gij zijt onzichtbaar voor onze ogen
en niemand heeft u ooit gezien.
Maar wij vermoeden en geloven
dat Gij ons draagt, dat Gij ons dient.


GEBED

We danken U God,
dat U U laat kennen onder ons
dat U ons genadig en barmhartig bent
we danken U God voor uw
beschermende hand.

God we bidden U voor allen
die moeten ervaren
dat hun geloof aan het wankelen wordt gebracht
die gaan twijfelen
die in onzekerheid verkeren
dat zij Uw aanwezigheid gaan zien, ervaren

God we bidden U voor dit volk, onze samenleving
Dat onderweg is in een tijd van de pandemie
We worden moedeloos
Verlangen naar hoe het was
Er is zo veel onzekerheid over de toekomst
Ga voor ons uit
schenk ons moed voor onderweg
opdat we volhouden

God we bidden u ook
voor onze gemeente, volk onderweg,
dat zij niet in een kringetje
om haarzelf draait maar gericht is op U
dat zij haar weg naar een toekomst met U vervolgt,
de weg van de navolging

God, we bidden ook voor onszelf
maak ons opmerkzaam
voor uw aanwezigheid
overal om ons heen

Amen


ZEGENBEDE

In tijden dat we het moeilijk hebben
en in tijden waar het goed met ons gaat bidden we
dat Gods zegen ons mag dragen en beschermen
De Heer zegene en behoede ons,
de Heer late zijn aangezicht over ons lichten en zij ons genadig.
De Heer verheffe zijn aangezicht over ons en geve ons vrede.
Amen

 


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:

Zondagsbrief-Overdenking 16 januari 2022 – 2e na Epifanias


Collecte

De collecte is bestemd voor de ondersteuning van de eigen kerk.
Bij voorbaat hartelijk dank.

Uw gift overmaken naar:
Bankrekening NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse gemeente Zuid-Nederland
Onder vermelding:
Gift voor het Werk van de Kerk
of
Gift voor Kerkblad en Zondagsbrieven/video’s

Heel hartelijk dank!