ds. Susanne Freytag

Goedheid, gerechtigheid en waarheid

Lezing: Efeziërs 5:1-9

Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die hij liefheeft, en ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en zich voor ons gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God.
Laat er bij u geen sprake zijn van ontucht of zedeloosheid, of van hebzucht – deze dingen horen niet bij heiligen.
Ook dubbelzinnige, oppervlakkige en platvloerse taal is ongepast – spreek liever woorden van dank. Want u moet goed weten dat iemand die in ontucht leeft, zedeloos of hebzuchtig is – dat is allemaal afgoderij – geen deel kan hebben aan het koninkrijk van Christus en van God.
Laat u door niemand met loze woorden misleiden, want wie God ongehoorzaam is, wordt getroffen door zijn toorn. Gedraag u dus niet zoals zij, want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer.
Ga de weg van de kinderen van het licht. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid.

Overdenking Zondag oculi, 15 maart 2020

Dit gedeelte uit de brief aan de Efeziërs geeft adviezen over een christelijke levenshouding. Juist in een onzekere tijd als deze kan een levenshouding houvast geven. Laten we bekijken wat er in de brief over een christelijke levenshouding wordt geschreven.

Het begint met ‘Volg het voorbeeld van God’. Is dat niet wat veel gevraagd? Moeten we nu net als God worden? Wanneer we ons echter als God op aarde gaan gedragen dan wordt dat juist ‘zonde’ genoemd omdat we dan God niet respecteren en ons zelf verheffen over andere mensen.

Maar de zin gaat verder: ‘Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die hij liefheeft’. ‘Als kinderen die hij liefheeft’ dat is het beginpunt van een christelijke levenshouding. De gedachte dat we kinderen van God zijn dat is de basis – zeg maar het begin- en uitgangspunt van een christelijke levenshouding.

Wij zijn niet alleen één van de vele kinderen van God, wij zijn door God geliefde kinderen! Dat is niet iets dat je alleen met je hoofd en verstand kunt aannemen dat is iets wat je in je binnenste moet aanvaarden.

Vanuit die ontvangen liefde ontstaat als vanzelf de oproep om dan ook liefdevol naar de medemens te zijn. ‘Ga de weg van de liefde’ dat klinkt als een vanzelfsprekende oproep. Maar wat betekend dat dan?
Dat wordt in het vervolg verduidelijkt:
‘Ga de weg van de liefde, zoals Christus, die ons heeft liefgehad en zich gegeven heeft als offer, als een geurige gave voor God.’ Ga de weg van de liefde als gave aan de ander.

Die weg van de liefde vraagt wat van ons, vraagt ook offers, namelijk dat wij iets geven van onze levensmogelijkheden. De weg van de liefde kost ons ook iets. De liefde voor onze medemensen, de bereidheid om de kwetsbaren onder ons te beschermen vraagt op dit moment van de hele samenleving offers. Voor sommigen betekent dit zelfs grote financiële offers.

Als mensen die zo zeer sociale wezens zijn wordt van ons ineens sociale onthouding gevraagd. En wie eenzaam was en met hen vele anderen worden nu nog meer in de eenzaamheid gedrukt omdat bezoek aan hen die kwetsbaar zijn nu wordt ontraden. Dat zijn grote offers.

Wat de weg van de liefde is wordt in de brief vooreerst niet verder ingevuld.

De brief vervolgt allereerst met een oproep wat er allemaal niet bij de weg van de liefde hoort. ‘Laat er bij u geen sprake zijn van ontucht of zedeloosheid, of van hebzucht – deze dingen horen niet bij heiligen.’

Ontucht, zedeloosheid of hebzucht komen voort uit een gevoel van tekort komen. Waar de mens het gevoel heeft iets tekort komt en wat hij of zij mist zich wil toe-eigenen.

Het geval hebzucht konden we onlangs meemaken toen mensen opeens in grote getale zijn gaan hamsteren in de supermarkt. Deze hebzucht komt alleen voort uit een angst voor een tekort. De hebzucht is vervolgens ook nog heel erg besmettelijk! Als je ziet dat de schrappen leeg raken gaan veel mensen dat gedrag imiteren – zonder na te denken ga je daarin mee. Ook hierbij zijn we in de kern sociale wezens. Handelen vanuit een gevoel van tekort is schadelijk voor jezelf en voor de anderen.
De brief gaat verder;
‘Ook dubbelzinnige, oppervlakkige en platvloerse taal is ongepast – spreek liever woorden van dank.’

Dat wil zeggen dat we verantwoordelijk moeten nemen voor wat we zeggen en hoe we praten. Dat is écht een verantwoordelijkheid en niet een zo gemakkelijk. Ons spreken is namelijk zo veel meer dan informatie overbrengen.
Door ons spreken en ons kletsen en al ons onnozele gepraat bouwen we aan relaties. Dat begint al bij het elkaar groeten en terug groeten. ‘Oppervlakkige’ taal kan juist verbondenheid creëren. Platvloerse taal, gesprekken over het weer kunnen helpen afstanden tussen mensen te overbruggen – als je b.v. niet goed weet wat je anders moet zeggen …
Zelfs roddelen is niet alleen maar iets kwaads. Roddelen is namelijk allereerst een manier om onderlinge verbondenheid te creëren maar dat gebeurt dan juist op kosten van de ander, waarover geroddeld wordt. En dat is kwalijk.
Overigens draagt roddelen ertoe bij dat mensen zich goed gedragen. Niemand wil graag dat over hem of haar geroddeld wordt. Dit wordt dan een motivatie om je goed te gedragen. Dus dat is nog niet zo eenvoudig met het afkeuren van de oppervlakkige en platvloerse taal.

Het afkeuren van oppervlakkige en platvloerse taal in deze brief heeft denk ik een andere reden. Wie niet bereid is ook eens de diepte in te gaan, is niet bereid zich als mens te laten kennen. Wie zich achter oppervlakkige taal verschuilt die geeft zich ook niet in zijn of haar contacten met mensen. En als je dan in je spreken de diepte in gaat, zo adviseert de brief, laat het dan woorden van dank zijn. Positieve woorden, woorden van dank dragen bij tot een houding die leeft van het overvloedige dat er al is – als je maar goed kijkt!

Ook in deze situatie waarin ons veel wordt ontzegd. Kunnen we schieten in een houding van dat ons tekort wordt gedaan. Dat zien we alleen wat ons wordt ontnomen. We kunnen echter ook spreken vanuit een houding van dank: waarnemen wat er is en waarvoor we dankbaar kunnen zijn. Dat is de zon die schijnt, de tijd die we opeens hebben voor andere dingen en dat zijn ook de andere manieren van contact die we kunnen benutten enz. …

De brief aan de Efeziërs schets het allemaal heel zwart–wit. Want wie zich zedeloos, d.w.z. onverantwoordelijk gedraagt, wie zich laat leiden door hebzucht die hoort niet thuis in het koninkrijk van God. Die roept zelfs Gods toorn over zich af.

Dat wordt dan heel zwart-wit tegenover elkaar geplaatst: ‘Gedraag u dus niet zoals zij, want eens was u duisternis maar nu bent u licht, door uw bestaan in de Heer.’

Maar als we nu eerlijk naar ons zelf kijken dan zijn we niet alleen maar zwart of wit. Wij zijn in ons handelen de ene keer licht en de andere keer donker! Dat is een tweespalt waaraan we niet ontkomen.

In deze veertigdagentijd gaan we mee met Jezus op weg naar zijn dood en opstanding. Dat is zo een bijzonder gebeuren omdat we door Zijn offer zijn verlost van deze tweespalt. Christus plaatst ons altijd opnieuw weer in het licht van God.
Zo kunnen we ons telkens opnieuw op de weg van het licht begeven. ‘Ga de weg van de kinderen van het licht. Het licht brengt goedheid voort en gerechtigheid en waarheid.

Goedheid, gerechtigheid en waarheid horen bij elkaar. Zo zullen we ons ook bij de vele berichtgevingen en verhalen dezer dagen kunnen afvragen wat dient het goede, wat is rechtvaardig in deze tijd en wat dient het begrijpen van de waarheid.

Ik gaf het aan het begin al aan het gaat in de gedeelte uit de brief aan de Efeziërs om een christelijke levenshouding:

Dat zijn de drie wezenlijke dingen om te onthouden:
Een christelijke levenshouding begint bij het diepe, innerlijke besef dat je een door God geliefd kind van God bent.
Waar we vervolgens de weg van de kinderen van het licht gaan worden we zelf tot licht voor anderen.
Het licht brengt drie dingen voort:
Goedheid, gerechtigheid en waarheid.

Amen

Psalm van de zondag: Psalm 25

Naar u,_HEER, gaat mijn verlangen uit,
mijn God, op u vertrouw ik, maak mij niet te schande,
laat mijn vijanden niet triomferen.
Zij die op u hopen worden niet beschaamd,
beschaamd worden zij die u achteloos verraden.

Maak mij,_HEER, met uw wegen vertrouwd,
leer mij uw paden te gaan.
Wijs mij de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want u bent de God die mij redt,
op u blijf ik hopen, elke dag weer.

Denk aan uw barmhartigheid,_HEER,
aan uw liefde door de eeuwen heen.
Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd,
maar denk met liefde aan mij
en laat uw goedheid spreken,_HEER.

Goed en rechtvaardig is de_HEER:
hij wijst zondaars de weg,
wie nederig zijn leidt hij in het rechte spoor,
hij leert hun zijn paden te gaan.
Liefde en trouw zijn de weg van de_HEER
voor wie de wetten van zijn verbond onderhouden.

Vergeef mij,_HEER, mijn grote schuld,
omwille van uw naam.

Aan wie in ontzag voor hem leven,
leert de_HEER_de rechte weg te kiezen.
Hun leven verloopt in voorspoed
en hun kinderen zullen het land bezitten.
De_HEER_is een vriend van wie hem vrezen,
hij maakt hen vertrouwd met zijn verbond.

Ik houd mijn oog gericht op de_HEER,
hij bevrijdt mijn voeten uit het net.

Keer u tot mij en wees mij genadig,
ik ben alleen en ellendig.
Mijn hart is vol van angst,
bevrijd mij uit mijn benauwenis.

Zie mij in mijn nood, in mijn ellende,
vergeef mij al mijn zonden.
Zie met hoe velen mijn vijanden zijn,
hoe ze mij dodelijk haten.

Behoed mij en bevrijd mij,
maak mij niet te schande, want ik schuil bij u.
Onschuld en oprechtheid mogen mij bewaren,
op u is mijn hoop gevestigd.

God, verlos_Israël,
verlos het van al zijn angsten.

Gebed

Trouwe God
We danken u voor uw liefde
die we in alle omstandigheden mogen ervaren.
We leven in angst
om de ziekte die door het land trekt.
We maken ons zorgen
om wat ons te wachten staat.
God sterk ons in dat
wat we in deze omstandigheden kunnen doen
en schenk ons vertrouwen
om deze ongewone wegen te gaan.

God we bidden u voor alle zieken
die opgesloten en soms eenzaam
op genezing wachten.
Schenk hen de steun die ze nodig hebben.

We bidden ook voor de stervenden
die in hun kwetsbaarheid
getroffen worden door dit virus.
We bidden om uw nabijheid
in bange uren.
God we bidden voor allen
die in de gezondheidszorg en ziekenhuizen werken.
Schenk hen de kracht om in deze ongewone tijden
de rust te bewaren en te doen wat nodig is.

God we bidden u voor allen
die besluiten moeten nemen in deze onzekere tijden.
Schenk hen moed en wijsheid
te doen wat nodig is.

God we bidden om rust en vertrouwen
in een voor ons ongewoon leven
vol onzekerheid
geef dat we kunnen doen wat nodig is
en ook kunnen zien wat we in dankbaarheid kunnen aanvaarden.
Amen


Wilt u deze overdenking in pdf ontvangen:
klik hier voor downloaden.