De Emaüsgangers: Terug naar af?

Zondag Quasi Modo Geniti of Beloken Pasen is de eerste zondag na Pasen. Op die dag wordt de paasweek afgesloten.

Wie heeft niet eens een keer het bekende spel Ganzenbord gespeeld? Het vervelendste wat je kan overkomen is dat als je bijna bij het doel bent je dan op het veld ‘de dood’ genaamd terecht komt en terug naar af moet. Het verhaal van vandaag gaat ook terug naar af – of weer ook niet? Hoe zit dat?


Psalm 81: 1

Jubel God ter eer,
Hij is onze sterkte!
Juich voor Israëls Heer,
stem en tegenstem
springen op voor Hem
die ons heil bewerkte.


Lezing

Twee leerlingen van Jezus gaan na zijn kruisiging en nadat ze van de vrouwen de verhalen van Jezus opstanding hadden gehoord weg uit Jeruzalem. Ze geloven er niets van.
Deze twee gaan teleurgesteld weg uit Jeruzalem maar diezelfde avond nog keren ze terug naar af.
Horen we nu hun verhaal.

Lucas 24: 13-35

Diezelfde dag gingen twee van de leerlingen op weg naar een dorp dat Emmaüs heet en zestig stadie van Jeruzalem verwijderd ligt. Ze spraken met elkaar over alles wat er was voorgevallen. Terwijl ze zo met elkaar in gesprek waren, kwam Jezus zelf naar hen toe en liep met hen mee, maar hun blik werd vertroebeld, zodat ze hem niet herkenden. Hij vroeg hun: ‘Waar loopt u toch over te praten?’ Daarop bleven ze somber gestemd staan. Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’

Jezus vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden: ‘Wat er gebeurd is met Jezus uit Nazaret, een machtig profeet in woord en daad in de ogen van God en van het hele volk. Onze hogepriesters en leiders hebben hem ter dood laten veroordelen en laten kruisigen. Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden, maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is. Bovendien hebben enkele vrouwen uit ons midden ons in verwarring gebracht. Toen ze vanmorgen vroeg naar het graf gingen, vonden ze zijn lichaam daar niet en ze kwamen zeggen dat er engelen aan hen waren verschenen. De engelen zeiden dat hij leeft. Een paar van ons zijn toen ook naar het graf gegaan en troffen het aan zoals de vrouwen hadden gezegd, maar Jezus zagen ze niet.’

Toen zei hij tegen hen: ‘Hebt u dan zo weinig verstand en bent u zo traag van begrip dat u niet gelooft in alles wat de profeten gezegd hebben? Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’ Daarna verklaarde hij hun wat er in al de Schriften over hem geschreven stond, en hij begon bij Mozes en de Profeten.

Ze naderden het dorp waarheen ze op weg waren. Jezus deed alsof hij verder wilde reizen. Maar ze drongen er sterk bij hem op aan om dat niet te doen en zeiden: ‘Blijf bij ons, want het is bijna avond en de dag loopt ten einde.’ Hij ging mee het dorp in en bleef bij hen. Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik. Daarop zeiden ze tegen elkaar: ‘Brandde ons hart niet toen hij onderweg met ons sprak en de Schriften voor ons ontsloot?’

Ze stonden op en gingen meteen terug naar Jeruzalem, waar ze de elf en de anderen aantroffen, die tegen hen zeiden: ‘De Heer is werkelijk uit de dood opgewekt en hij is aan Simon verschenen!’ De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.


Overdenking

Het is een merkwaardige reis die de twee leerlingen maken: nog dezelfde dag keren ze terug naar hun uitgangspunt: ze gaan heen en terug. Op één dag.

Het plaatsje Emmaüs – we weten niet waar het ligt – ligt zo’n 11,5 kilometer van Jeruzalem verwijderd. Wie van ons wandelt, weet dat 22 km op één dag een stevige afstand is.

Die twee volgelingen van Jezus hadden Jeruzalem én daarmee de kring van de leerlingen verlaten. Zij hadden wel het verhaal van de vrouwen dat Jezus niet meer in het graf ligt en van de engel die zei dat Hij leeft gehoord maar dat bracht hen alleen maar in verwarring. Met het verhaal van de opstanding van Jezus daar konden ze niets mee. En het oude elan waarom ze met Jezus mee waren gegaan dat was weg en zou ook niet meer terugkomen. Daarom gingen ze weg. Weg uit de groep van Jezus leerlingen – weg uit de kerk zouden we nu zeggen. Wat hadden ze er nog te zoeken?

Hoeveel mensen zijn niet net als deze twee ergens teleurgesteld geraakt in de kerk. Van al die grote woorden waarover gepreekt wordt, van dit alles is soms zo weinig te merken in de kerk. We kunnen net zo goed gaan, zoals zo velen dat hebben gedaan: weggaan zoals deze twee Emmaüsgangers.

Als mensen echt teleurgesteld raken dan is het moeilijk dat te overwinnen. De twee leerlingen zijn hun geloof, hun idealen kwijtgeraakt.
Onopvallend bijna ongemerkt komt Jezus bij deze twee en loopt met hen mee. Hij vraagt en laat hen vertellen wat ze hebben meegemaakt. Ze zijn nog helemaal vol van wat ze in die afgelopen dagen hebben meegemaakt. Ze kunnen zich niet voorstellen dat hij daar niets van weet ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’ zeggen ze nota bene tegen Jezus!
Hun eigen verwarring maakt dat hun blik op de wereld om hen heen verward is. Ze herkennen hem niet.

Jezus gaat met hen mee, laat hen praten en dan plaatst hij dat wat ze vertellen in een ander perspectief. Dat is wat Jezus hier in feite doet. Hij legt het gebeuren uit, stelt het in een ander daglicht, in het licht van Gods plan met de wereld.
Ondertussen zijn ze in Emmaüs aangekomen. Maar de twee herkennen Hem nog steeds niet.
Jezus zegt dan dat hij verder wil gaan. Maar de twee nodigen hem dringend uit nog bij hen te blijven – blijkbaar is Hij niet meer zo vreemd voor hen.

En dan gebeurt het! Dan neemt Jezus bezit van de situatie. De gast wordt gastheer, bij het breken van het brood daarbij herkennen zij Hem – meteen!
Zó laat Jezus zich ook in onze tijd herkennen: In het gebaar van delen, in de bemoedigende woorden: in het heilig avondmaal dat we in de kerk vieren. In zijn bereidheid bij ons te zijn.

En wanneer de discipelen daarna vol ontroering de ogen weer opslaan, is Jezus opeens verdwenen. Dat is niet zo erg als het er staat. Want op dat moment weten de twee het zeker: de Heer is opgestaan, Hij leeft! Zij geloven. Dat is het wat hier gebeurt.

Nog diezelfde avond keren die discipelen terug naar Jeruzalem. Maar het is geen terug naar af zoals bij het spelletje ganzenbord. Zij die wegliepen keren niet terug naar het oude. Nee, zij zijn veranderd ze keren terug met een nieuw inzicht: Jezus leeft, hij is niet dood.
Waar mensen met elkaar delen, elkaar bemoedigen, daar waar we de nabijheid van Jezus ervaren. Daar is Hij onder ons. Ook vandaag de dag.

Amen


Lied 647: 1 en 2

Voor mensen die naamloos,
kwetsbaar en weerloos
door het leven gaan,
ontwaakt hier nieuw leven,
wordt kracht gegeven:
wij krijgen een naam.

Voor mensen die roepend,
tastend en zoekend
door het leven gaan,
verschijnt hier een teken,
brood om te breken:
wij kunnen bestaan.


Voorbede

Levende God, bij U is het leven sterker dan de dood. Hoor ons dan, nu wij tot U bidden:

• voor mensen
die pijn lijden vanwege onrecht, misbruik, geweld;
voor allen die het zicht zijn kwijtgeraakt op uw aanwezigheid in onze wereld; dat zij tegen alle onzekerheid en twijfel in
uw leven gevende kracht mogen ervaren, dat zij in hun leven een teken mogen zien van uw reddende hand…

• voor onze kerk als gemeenschap van gelovigen, voor hen die haar leiden;
voor allen die de missie om uw koninkrijk gestalte proberen te geven; dat zij in woord en daad levende getuigen mogen zijn van uw barmhartigheid, dat zij zich gesteund en bemoedigd mogen weten door uw aanwezigheid…

• voor alle mensen die een crisis doormaken in hun leven; voor hen aan wie de kracht ontbreekt om daaruit weer op te staan; dat zij medemensen ontmoeten die hun pijn kunnen verzachten, dat over hen het licht mag opgaan van uw helende liefde…

• voor mensen die vrede en rust uitstralen; voor allen die leven vanuit een oprecht geloof in Jezus, uw Zoon; dat zij steeds hun innerlijk evenwicht mogen bewaren en voor velen een bron mogen zijn van hoop en vreugde…

God,
in U willen wij geloven, kom ons ongeloof te hulp. Luister naar ons bidden en vul ons hart met liefde. Dat vragen wij U door uw Zoon, de Gekruisigde, die door U ten leven is gewekt: Jezus Christus, onze Heer in tijd en eeuwigheid.
Amen


Zegen

We mogen allen geloven,
dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan.
En we mogen zeggen
wat dat voor ons betekent.
We mogen leven
wat dat voor ons betekent.
God zegent u met licht,
dat het donker verdrijft.
God zegent u met kracht
om op te staan uit donker en dood.
God zegent u met liefde,
die sterker is dan de dood.
Zo zegent u God,
de Vader,
de Zoon
en de Heilige Geest.

Amen


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:

Zondagsbrief-Overdenking 11 april 2021 – Quasi Modo Geniti

Collecte

De collecte is bestemd voor de ondersteuning van de eigen kerk.
Bij voorbaat hartelijk dank.

Uw gift overmaken naar:
Bankrekening NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse gemeente Zuid-Nederland
Onder vermelding:
Gift voor het Werk van de Kerk


Een goede en gezegende zondag gewenst,
ds. Susanne Freytag en ds. Willem Boon