In nood leert men bidden

Nood leert bidden is een gezegde. Maar is dat zo? We zijn ons in deze tijd in ieder geval veel meer bewust dat het noodlot zo maar kan toeslaan. Tegelijkertijd lijden we allemaal meer of minder onder de huidige maatregelen. Het gaat vandaag over Jezus die het goede nieuws brengt en over onze nood.



Psalm 142:1

Tot God den Heer hief ik mijn stem,
ik riep tot God, ik smeekte Hem.
Alles, alles wat mij benauwt
heb ik den Here toevertrouwd.

 

We volgen Jezus op zijn weg door Galilea. In de Bijbel wordt verteld wat er allemaal gebeurde nadat hij onderwijs had gegeven in de synagoge en daar een man had bevrijd van een onreine geest. Dit maakte veel indruk op de mensen.


Lezing

Marcus 1:29-39

Toen Jezus en de leerlingen uit de synagoge kwamen gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar. Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar, en ze begon voor hen te zorgen.

’s Avonds laat, toen de zon al was ondergegaan, brachten de mensen alle zieken en bezetenen naar hem toe; alle inwoners van de stad hadden zich bij de deur van het huis verzameld. Hij genas vele zieken van allerlei kwalen en hij dreef veel demonen uit, maar stond ze niet toe om iets te zeggen, want ze wisten wie hij was.

Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden.

Maar Simon en de anderen die bij hem waren, gingen hem vlug achterna, en toen ze hem gevonden hadden zeiden ze tegen hem: ‘Iedereen is naar u op zoek!’ Toen zei hij: ‘Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen hier in de omtrek, zodat ik ook daar het goede nieuws kan brengen. Daarvoor ben ik immers op weg gegaan.’
In heel Galilea bracht hij het nieuws in de synagogen en dreef hij demonen uit.

Overdenking

Lieve mensen, “Nood leert bidden!” is een bekend Nederlands spreekwoord. Of er op het ogenblik in Nederland zoveel gebeden wordt, weet ik niet. Dat kon wel behoorlijk tegenvallen. Negatief bidden: kwade woorden uitschreeuwen, rellen trappen en elkaar en misschien God uitschelden, daar zijn we goed in. De Corona en de daarbij nu behorende avondklok en winkelsluitingen heeft onze stemming er niet beter op gemaakt.

Met verbijstering zagen we de beelden van leeggeroofde en geplunderde winkels nu eens niet ver weg, maar in ons eigen land aan ons voorbij trekken. De nood van de winkeliers was kennelijk niet belangrijk. De oplossing van de eigen nood, de eenzaamheid en de frustraties werd gezocht in het agressief afreageren tegen onschuldige medemensen.

Hoe heel anders in het evangelieverhaal, dat wij vandaag gehoord hebben. Petrus maakt zich zorgen om het lot van zijn schoonmoeder, om het lijden van zijn schoonmoeder en vraagt, in vol vertrouwen, Jezus om zich over zijn schoonmoeder te bekommeren. Jezus komt, houdt haar hand vast en zij geneest.
Van heinde en ver komen nu ook anderen met hun zieken, hun zorgen, bij Jezus. Een dieper gaand gebed dan het naar Jezus gaan, kan niet plaatsvinden. Hij luistert naar het gebed en Hij verhoort, geneest en zet weer terug in de wereld voor wie gebeden wordt.

Een ander verhaal nu, is het verhaal van Job. Ook in zijn nood komt hij naar God. Hij beklaagt zich. Mijn leven is te zwaar! Het is niet meer vol te houden. Ondanks, dat hij zijn heil niet meer bij God verwacht, legt hij wel zijn nood neer bij God. Een vroom gebed om mededogen? Nee! Veel meer een uitroep van wanhoop. Nieuwe zorgen wachten mij elke dag en slapeloze nachten kwellen mij iedere nacht. Geloof in een hemel en een hiernamaals heeft hij niet, kende het Joodse geloof in zijn tijd niet.

Geen beloning of verlossing door de dood. Nee: God, als je naar mij zoekt, dan zul je mij niet meer vinden. Ik ken U nog wel, maar straks zul je mij niet meer kennen. Dan ben ik dood, afgelopen, finito!

Toch valt op, dat ook Job niet opgeeft. Hij blijft God aanroepen. Hij blijft God trouw. Hij weet dat hij meer van God kan verwachten, dan de huidige ellende. En daar komen Petrus en Job dicht bij elkaar. Job met zijn klacht tegen God en Petrus met zijn verwachtingen ten aanzien van Jezus. Zij weten één ding beter dan heel wat anderen: In de ziekte van zijn schoonmoeder weet Petrus het en in zijn beklag tegen God weet Job zeker: God heeft het uiteindelijk voor het zeggen. Petrus verbindt daar nog zijn ervaring met Jezus mee. De liefde van Jezus voor de mensen om hen heen, de liefde voor melaatsen, rouwdragenden, blinden en kreupelen en noem maar op, die liefde is een gegeven, waar je op kunt voortbouwen.

Het is misschien in verband met het vertrouwen op de liefde van Jezus en dus van God, dat bij het voortschrijden van de geloofsgeschiedenis van de mensen, we steeds meer zijn gaan vertrouwen op een gerechtigheid, die na dit leven zijn verdieping zal krijgen.

In zijn relatie naar God trekt Jezus van synagoge naar synagoge en naar de tempel om de liefde van God en Zijn volk en Zijn trouw aan Zijn verbond met zijn mensen te verkondigen. Hij doet deze verkondigen met woord en daad, zodat de mensen zien dat hij het serieus meent. Een verkondiging, die ook vandaag nog geldig is, waar wij in mee getrokken worden. In deze Corona tijd. De nood is groot, de eenzaamheid met Lock down en avondklok en bezoekverbod is nauwelijks vol te houden, maar het is niet het einde. Zijn liefde en trouw staan ook nu aan het einde. Aan het verhaal van Job, aan het verhaal van de schoonmoeder van Petrus. En aan ons verhaal.

Ik hoorde van de week dat er een goede genezing is tegen de huidige depressie, agressie en eenzaamheid: Gebed en vrolijkheid.
Dat wil ik U meegeven vandaag.
Amen


Lied 765

Gij hebt met uw brede gebaren
de mensen gestrooid uit uw hand
en in de seizoenen der jaren
volmaakt Gij de oogst op uw land.

In deze onstuimige lente,
waarin heel de wereld bestaat,
verwekt Gij de elementen
en wie scheidt het goed van het kwaad?


Gebed

We danken U
Dat we, hoe vreemd deze wereld voor ons ook is geworden,
We ons altijd thuis mogen weten bij U

U kent onze nood en ons gemis
Wij mogen met al onze nood
Bij u komen klagen en bidden
U luistert naar onze gebeden

We bidden u voor alle jongeren
Die heen en weer geslingerd worden
Tussen leren thuis en op school
We bidden u voor allen die moeten wachten
En hopen op andere tijden
Zoals de winkeliers, kappers, artiesten
En nog zo veel anderen
Laat hen de hoop niet verliezen

God help ons te blijven bidden
We bidden om uw Woord in deze wereld
Dat het blijft klinken,
Uw goede Woord
Dat onze ziel voedt
Ook in deze tijden

Amen


Zegenbede

Moge uw zegen ons begeleiden
Op de weg door deze dagen
Moge uw liefde ons hart verwarmen
In ons zijn en in ons doen
Moge uw geest ons inspireren
Om dragers van uw woord te worden

God, Vader, Zoon en Heilige Geest,
Zegene en behoede ons

Amen


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:

Zondagsbrief- Overdenking 7 februari 2021 -Sexagesima

Collecte

De collecte is bestemd voor de ondersteuning van de eigen kerk.
Bij voorbaat hartelijk dank.

Uw gift overmaken naar:
Bankrekening NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse gemeente Zuid-Nederland
Onder vermelding:
Gift voor het Werk van de Kerk


Een goede en gezegende zondag gewenst,
ds. Susanne Freytag en ds. Willem Boon