De Rijke man en arme Lazarus

Een parabel van Jezus

Vandaag is het de tweede zondag na Pinksteren en de eerste na Trinitatis. Vandaag begint in het kerkelijk jaar de feestloze periode, die duurt tot de advent. In deze tijd hangt er een groen antependium

Het gaat vandaag over een onoverbrugbare kloof tussen mensen.
En over welk standpunt God in deze inneemt.
Wie in hoog aanzien onder de mensen staat, staat niet vanzelf in hoog aanzien bij God.


Lied 671:1

(gezang 241)

Nu bidden wij de Heilige Geest
om een recht geloof het allermeest,
dat Hij ons verblijde en ons bevrijde
en aan ’t einde ons naar huis geleide.
Kyrieleis.


Evangelie lezing

Jezus spreekt tot de leerlingen over rijkdom en gerechtigheid. En dan staat er “De farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor Hem op.” Met het oog op hen vertelt Jezus het volgende verhaal:

Lucas 16: 19-31

Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde.
Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren.
Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten.

Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weg gedragen om aan Abrahams hart te rusten.

Ook de rijke stierf en werd begraven. Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.”
Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. Bovendien ligt er een wijde kloof tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.”
Toen zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.”
Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren!” De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.”
Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’


Overdenking

Een mens zonder naam, alleen het rijk-zijn bepaalt zijn leven. Die rijke man ging duur gekleed in purper en fijn linnen en zijn leven was één groot feest.
Voor de deur van deze rijke wordt een bedelaar gelegd. Die arme man heet Lazarus. Dat betekent niet ‘lazer op’, maar ‘God helpt’. Waar hij op hoopt is dat hij van het afval van deze rijke man kan leven, van dat wat overschiet.

Maar de rijke negeert de bedelaar volkomen, hij is niet bereid om te delen. Ik moet hierbij denken aan de mensen die vandaag de dag van afval moeten leven. Mensen die in afvalbakken zoeken of er iets in zit om op te eten, die leven van het afval van de rijke.

Op een zekere dag sterft de bedelaar. De dood is het enige dat verandering brengt in deze situatie. Lazarus krijgt nu pas de plaats die hem toekomt. “Als kind van Abraham mag hij zich geborgen weten in Abrahams schoot”; een mooi beeld dat tegelijk iets vaderlijks, als ook moederlijks heeft. Lazarus wordt nu gezien als de mens die hij is, krijgt alle zorg en hoeft zich niet meer buiten gesloten te voelen.
Enige tijd later sterft ook de rijke. Dan blijken de rollen opeens omgekeerd. De rijke staat nu aan de kant, uitgestoten, ver weg van Abraham en Lazarus.
Nu lijdt hij pijn en heeft hulp nodig. Hij die zijn hele leven lang niet wilde delen, niet wilde helpen, vraagt nu om hulp.

De hele wisseling van rollen maakt alleen maar duidelijk wat er tijdens het leven van de rijke altijd al was: Een grote onoverbrugbare kloof tussen hem en de arme Lazarus óók na de dood.
De rijke die dat niet zag, niet wilde zien, was gevangen in zijn wereld van hebberigheid en eigen plezier. Hij wilde niet zien dat de bedelaar Lazarus iets met zijn leven te maken had.
Wil dit nu zeggen dat wie rijk is automatisch in de hel komt en wie arm is automatisch in de hemel? Nee! Dáár gaat het verhaal niet over. Het verhaal gaat over de gescheiden werelden waarin die twee mensen leven en als je in het hier en nu van deze tijd niet iets onderneemt om de scheiding op te heffen, om als het ware Lazarus daar bij de poort weg te halen, hem te voeden, zijn wonden te verzorgen … dat je dan uiteindelijk je eigen hel creëert.

Helaas zien we deze kloof in onze tijd ook opdoemen. De rijke landen claimen alle vaccins om zo snel mogelijk weer te kunnen feestvieren en op vakantie gaan. En we laten zonder blikken en blozen de armere landen aan hun lot over die vervolgens nog veel langer in lock-down moeten blijven.
En de rijke had het kunnen weten. Mozes en de profeten vertelden hier al over in het Oude Testament. De sleutel om de kloof tussen arm en rijk te overwinnen lag er al, daar is geen extra wonder voor nodig. Maar ze luisterden niet.

Het delen van gaven en goederen, en het omzien naar elkaar is een zaak van levensbelang.
Doen we het niet, dan is er geen toekomst en scheppen wij onze eigen hel.
Dat is de boodschap van Mozes en de profeten dat wij verbonden zijn met de andere. Dat delen onze redding is.
God deelt zijn liefde met ons en met iedere mens. Zijn liefde verbindt ons aan elkaar.
Er ligt een arme op de stoep en wij weten van zijn naam: Lazarus.
Waar geluisterd wordt naar Mozes en de profeten, waar de arme zijn eigen gezicht krijgt, daar komt zijn naam tot gelding:
God helpt.
Amen

 


Lied 718; 1 en 3

(Gezang 350)

1
God, die leven
hebt gegeven
in der aarde schoot,
alle vrucht der velden
moeten we U vergelden,
dank voor ‘t daag’lijks brood.

3
Maar wij rijken,
ach, wij blijken
hard en onverstoord.
Open onze oren,
Heer, opdat wij horen
‘t roepen aan de poort.


Voorbede

Barmhartige God,
Tot U bidden wij:

voor mensen die volgeling willen zijn van Jezus Christus,
voor wie groeien in verbondenheid met U;
dat zij uw barmhartigheid gestalte geven
en de hoop op een goede toekomst verspreiden…

voor mensen wier leven op een dood spoor zit,
voor wie een dierbare kwijtraakten aan de dood;
dat hun verhalen worden gehoord
en zij gaande blijven om opnieuw leven te vinden…

voor mensen die iemand verloren aan het leven,
voor wie zichzelf heeft opgegeven;
dat zij hun deur en hun hart openhouden
en nieuwe kansen en mogelijkheden krijgen…

Barmhartige God,
U ziet om naar uw volk. Luister naar ons bidden
en geef dat wij ons blijven voeden met uw leven gevende kracht.
Dat vragen wij door Jezus Christus,
Amen


Zegen

Blijf met God verbonden in Zijn liefde en weet U gezegend door Hem, die is: Vader, Zoon en Heilige Geest. Amen.


Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:

Zondagsbrief-Overdenking 6 juni 2021 -1e na Trinitatis

Collecte

De collecte is bestemd voor de ondersteuning van de eigen kerk.
Bij voorbaat hartelijk dank.

Uw gift overmaken naar:
Bankrekening NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse gemeente Zuid-Nederland
Onder vermelding:
Gift voor het Werk van de Kerk
of
Gift voor Kerkblad en Zondagsbrieven/video’s


Een goede en gezegende zondag gewenst,
ds. Susanne Freytag en ds. Willem Boon