Jezus leert van een vreemdeling
Vandaag een verhaal over een vrouw die hulp zoekt bij Jezus.
Wat het verhaal over deze vrouw uit Kanaän zo bijzonder maakt is dat zij, een gewone vrouw, Jezus, die de zoon van God is, iets leert over zijn opdracht.
Psalm 25
Heer, ik hef mijn hart en handen
op tot U, beslecht mijn zaak.
Weer van mij de smaad en schande
van mijns vijands leedvermaak.
Ja, zij worden zeer beschaamd
die de goede trouw verachten,
maar wie uw gebod beaamt,
mag gelovig U verwachten.
Lezing
Jezus is zo bekend, zeg maar beroemd, geworden dat hij ook een keer behoefte heeft zich even terug te trekken uit de drukte om hem heen.
Hij gaat met zijn leerlingen naar het buitenland, naar Kanaän, een regio van het huidige Libanon – maar ook daar wordt hij herkend.
Matteüs 15 : 21 – 28
En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon.
Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: ‘Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon.’
Maar hij keurde haar geen woord waardig.
Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen hem dringend: ‘Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen.’
Hij antwoordde: ‘Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël.’
Maar zij kwam dichterbij, wierp zich voor hem neer en zei: ‘Heer, help mij!’
Hij antwoordde: ‘Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.’
Ze zei: ‘Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen.’
Toen antwoordde Jezus haar: ‘U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren.’
En vanaf dat moment was haar dochter genezen.
Overdenking
Kan Jezus iets leren? Hij is toch de zoon van God en dus volmaakt! Ja, dat is waar maar God is voortdurend door Jezus in gesprek met ons mensen.
In dit geval is het wel een heel stroef gesprek. Het begint met een vrouw die van een afstand Jezus om hulp roept voor haar dochter die verschrikkelijk gekweld wordt door een demon. Jezus wil niet in gesprek gaan met haar. Hij negeert haar, ‘keurt haar geen woord waardig’ staat er.
Dit hier is niet de lieve, aardige man die iedereen helpt zoals we Jezus graag zien.
Maar de vrouw blijft aandringen en Jezus blijft haar negeren. Geen gesprek dus.
Jezus’ leerlingen beginnen er last van te krijgen van het roepen van deze vrouw. ‘Stuur haar toch weg anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen’ dringen ze bij Jezus aan.
Maar ook hun verzoek wijst Jezus af. Hij gaat haar ook niet wegsturen want hij wil gewoon niet met die vrouw in gesprek gaan. Hij geeft de leerlingen wel een uitleg van zijn houding: “Ik ben alléén gezonden tot de verloren schapen van het huis Israël” – punt uit.
We zouden nu zeggen: dat is mijn functieomschrijving, dat is mijn opdracht. Hier heb ik geen taak. Maar de vrouw blijft aandringen. Ze komt dichter bij, zij werpt zich voor Jezus op de grond en vraagt opnieuw ‘Help me’.
Ik moet zeggen, ik vind het moeilijk te verkroppen dat Jezus zo afwijzend reageert op de vraag om hulp van deze buitenlandse vrouw. Het past niet bij mijn beeld van Jezus die zich bekommerd om hen die worden buitengesloten. Waar komt die afwijzende houding van Jezus vandaan? Zijn antwoord zet ons op het spoor dat hij het als zijn opdracht ziet om het volk Israël te helpen en niet de hele wereld.
Hij verwachtte het waarschijnlijk ook niet dat hij in Kanaän om hulp zou worden gevraagd. En daar begint opeens het roepen om hulp, zelfs daar in het buitenland wordt hij herkent als zoon van David, – want zo noemt de vrouw hem.
Jezus negeert haar omdat zij niet bij het volk Israël hoort. Maar de vrouw blijft aandringen en werpt zich voor hem neer, als een gebaar van respect en vraagt: “Heer, help mij!” Hoe onderdanig ze zich ook lijkt te gedragen, zij is een vrouw met een missie. Ze wil dat haar dochter geneest. Daar doet zij alles voor. Zij doet een appél op Jezus als de Zoon van David omwille van haar dochter.
Jezus moet nu toch iets zeggen. Zijn antwoord is tegelijkertijd afwijzend en respectloos: ‘Het is niet goed de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren.’ De vrouw doet vervolgens iets opmerkelijks. Ze druipt niet af noch gaat ze er tegenin maar ze gaat juist mee in dit beeld dat Jezus gebruikt dat zij en haar dochter maar honden zijn. Ze houd hem voor: “Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen.’
Iets heel opmerkelijks gebeurt nu. Door deze houding en de woorden van deze vrouw die een appel op hem doet als Zoon van God wordt Jezus overtuigd dat zijn opdracht verder reikt dan alléén het volk Israël.
Jezus herkent ineens haar groot geloof. Ze doet alles om Jezus te bereiken en Jezus volgt haar uiteindelijk. Deze vrouw leert Jezus op een nieuwe manier naar zijn opdracht te kijken, ze leert Hem dat alle mensen die een beroep op Hem doen een plaats voor Gods aangezicht hebben en dat de scheidslijn tussen Israël en de andere volken voor God niet geldt. Door haar volharden geneest haar dochter.
Wij kunnen en mogen ons deze vrouw tot voorbeeld nemen in haar vasthoudendheid, haar standvastigheid en haar dringend beroep dat ze op God doet.
Groot is inderdaad haar geloof.
Amen
Lied 647 1 en 3
Voor mensen die naamloos,
kwetsbaar en weerloos door het leven gaan,
ontwaakt hier nieuw leven,
wordt kracht gegeven:
wij krijgen een naam.
Voor mensen die vragend,
wachtend en wakend door het leven gaan,
weerklinken hier woorden,
God wil ons horen:
wij worden verstaan.
Voorbede
God van licht en leven, op de berg hebt U Jezus bevestigd als een mens naar uw hart.
Wij roepen tot U vanuit een wereld in nood en bidden:
voor allen die in geloof houvast zoeken en inspiratie; dat zij het juiste midden weten te vinden tussen de geborgenheid van de inkeer en het avontuur van de navolging…
voor allen die gehoor willen geven aan de roepstem van Jezus en die zich willen inzetten voor de komst van zijn koninkrijk; dat zij in Wet en Profeten een betrouwbare gids mogen herkennen en op hun levensweg uw mildheid en trouw ervaren…
voor de kerk en voor alle geloofsgemeenschappen die plaatsen willen zijn van geborgenheid en uitdaging; dat uw heilige Geest hen bijstaat bij het vinden van treffende woorden en passende gebaren…
voor onze geliefden en alle anderen die ons uit handen zijn genomen door de dood; dat zij geborgen mogen zijn in het licht dat U bent en door dit licht zullen worden herschapen…
Levende God, aan U vertrouwen wij ons toe. Hoor ons nu wij tot U roepen en wees ons genadig door Hem in wie uw licht schijnt over deze wereld:
Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer.
Amen.
Zegen
God zal met je meegaan
Als licht in je ogen, een lamp voor je voeten
Als een hand op je hoofd en een arm over je schouder,
Als baken bij ontij en verte die wenkt.
Als groet op je lippen en hoop in je hart, als een stem die je uitdaagt, en een woord dat jouw weg voor je zoekt.
Zo mogen wij ons vandaag, de komende week, en alle dagen gezegend weten door de algoede God,
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Amen
Deze overdenking kunt u nalezen en of downloaden via deze link:
Zondagsbrief- Overdenking 28 februari 2021 – Reminiscere
Collecte
De collecte is bestemd voor de ondersteuning van de eigen kerk.
Bij voorbaat hartelijk dank.
Uw gift overmaken naar:
Bankrekening NL43 RABO 0373 7412 51
t.n.v. Evangelisch-Lutherse gemeente Zuid-Nederland
Onder vermelding:
Gift voor het Werk van de Kerk
Een goede en gezegende zondag gewenst,
ds. Susanne Freytag en ds. Willem Boon